Op dinsdag 13 september krijgt de Tweede Kamer van diverse ouderen persoonlijk te horen hoe het voelt om financieel volledig in het nauw te komen door jarenlang in te moeten leveren. Seniorenorganisatie KBO-PCOB overhandigt de verhalenbundel ‘Ouderen doorbreken de stilte’. Met Prinsjesdag in aantocht wil de organisatie de politiek laten weten dat armoede realiteit is voor veel 65-plussers. Dat meldt KBO-PCOB.
Huizen moeten poetsen om de vaste lasten te dragen, financieel leunen op de kinderen, dreigende schuldsanering, vroeg onder de wol om te besparen op gas en elektra, afzien van noodzakelijke medicatie en zorgbehandeling uit geldgebrek en schrappen van alle dingen die het leven leuk maken; het is slechts een greep uit de vele aangrijpende verhalen uit de bundel. Manon Vanderkaa, directeur KBO-PCOB: “De verhalen die wij te horen krijgen zijn stuk voor stuk schrijnend, en anno 2016 bijna niet te geloven. Dit vraagt om een politiek en maatschappelijk antwoord.”
Aandacht voor armoede onder ouderen is hard nodig. Met lang niet alle ouderen gaat het zo goed als vaak gedacht. De KBO-PCOB deed een ledenoproep en kreeg honderden verhalen binnen uit heel Nederland. Van jonge senioren die bang zijn voor wat er na hun pensionering gaat gebeuren tot heel kwetsbare ouderen die zich hun laatste levensjaren anders hadden voorgesteld.
KBO-PCOB begrijpt dat door de veranderende economie aanpassingen nodig zijn ten aanzien van de financiële oudedagsvoorziening. Maar nu worden veel ouderen onevenredig geraakt door kabinetsmaatregelen. Hun koopkracht daalt al acht jaar op rij, blijkt uit Nibud-onderzoek in opdracht van KBO-PCOB en collega-organisaties NVOG, KNVG en Koepel NOOM. Komende Prinsjesdag komen we in gezamenlijkheid met nieuwe cijfers.
Met de Tweede Kamerverkiezingen in aantocht laten we het geluid van de ouderen horen. Te beginnen op 13 september. Manon Vanderkaa: “Met de politiek gaan we nu in gesprek over oplossingen. Onze belangenbehartiging is gericht op een solidaire en leefbare maatschappij, waarin oud en jong omzien naar elkaar.”
Bron: nationalezorggids